Een konijn wordt zeldzaamheid op eilanden.
SCHIERMONNIKOOG 12-10-2002
Ze gaan dood met het gras nog in hun bek. Boswachter Oene de Jong van Terschelling stond laatst te kijken naar een konijn dat rustig zat te eten. “Even later was het beestje hartstikke dood.” Niets te zien, ja, in één van de oren zat een druppeltje bloed. Geveld door het virus VHS, Viral Haermorrhagic Syndrome. Het ggaat slecht met het konijn. Volgens Otto Overdijk van Natuurmonumenten is op Schiermonnikoog de afgelopen zes jaar 75 procent van de konijnen vverdwenen. Op andere eilanden geldt hetzelfde beeld. De dieren zijn doodgegaan aan VHS of aan konnijnenziekte myxomatose. “Uitgemergeld en met ontstoken ogen liggen ze dood te gaan”, zegt Overdijk. Myxomatose is sinds de jaren negentig niet langer de enige ziekte die konijnen velt. Het virus VHS dat uit China via Italië in Nederland belandde, greep de afgelopen jaren hevig om zich heen. Aan de buitenkant lijken de dieren gezond, maar in hun organen ontstaan plots bloedstolsels waardoor ze uiteindelijk dood gaan. Op Terschelling is een konijn een zeldzame verschijning, vertelt boswachetr De Jong (51). Toen hij als jongetje naar de Boschplaat fietste zag hij er honderden. “Nu moet ik heel wat kilometers rijden wil ik tien tot twintig konijnen zien.” Op weg naar de cranberrystruiken ontdekt De Jong af en toe nog een holletje in de duinen.“Hé, hier woont nog wel een konijn.” Doordat het aantal konijnen afneemt, verandert de eilander natuur. De begroeiing van de duinen is weelderiger, zegt Overdijk. Wilde viooltjes die in de buurt van konijnenholen groeien, komen minder voor en er groeit juist meer gras, merkt De Jong. Door de konijnensterfte krijgt gras in de duinen de overhand en heeft de zandhagedis steeds minder zand waar hij eitjes kan leggen, meldt boswachter Pieter Schaper van Vlieland. Ook rond Appelscha is de natuur veranderd. Konijnen zorgden ervoor dat het stuifzand in beweging bleef. Doordat de dieren verdwenen, bleef het zand stil liggen en raakten delen begroeid. “We hebben een graafmachine laten komen om de plaggen gras van het zand te halen”, aldus boswachter Joop Tiemens. In de bossen van Appelscha herstelt de konijnenstand zich weer, merkt Tiemens. Als hij 's avonds naar de werkschuur rijdt, schieten ze alle kanten op. “Leuke beesten, met die lange oren en wipstaartjes. De afgelopen jaren zijn echt rampzalig geweest. Nu komen ze gelukkig langzamerhand weer bij ons terug.” Op de eilanden verbetert de situatie nog niet, zeggen de boswachters. Op Terschellingwoedde de afgelopen weken nog een myxomatose-epidemie, vertelt De Jong. En ook op Schiermonnikoog vindt Overdijk nog steeds zieke of dode konijnen. Alleen als ze op een paadje liggen, legt hij ze aan de kant. Zodat de toeristen niet met het dierenleed geconfronteerd worden. Vogels als de buizerd en de havik ruimen de konijnen op. “Ook kraaien wachten er op”, zegt boswachetr Schaper van Vlieland. “Ze beginnen al in een konijn te pikken terwijl het diertje nog leeft.”
Bron: Leeuwarder Courant